Verder naar hoofd artikel

Het mobiliteitsbudget: alles wat u moet weten van A tot Z

Sinds 1 maart 2019 is het mobiliteitsbudget klaar voor gebruik. Werknemers kunnen hiermee hun bedrijfswagen inruilen voor een brede waaier aan mobiliteitsoplossingen. Maar hoe werkt het precies? En wat zijn de voordelen in praktijk? Tijd om alles even op een rijtje te zetten.

Wat is het mobiliteitsbudget?

Over het mobiliteitsbudget wordt al enkele jaren gesproken, maar op 28 februari 2019 werd het eindelijk definitief goedgekeurd in het parlement. Sinds 1 maart 2019 kunnen bedrijven die dat wensen hun medewerkers die recht hebben op een bedrijfswagen een mobiliteitsbudget aanbieden. De overheid hoopt met het mobiliteitsbudget verschillende doelstellingen te realiseren. Enerzijds wil ze de files verminderen door pendelaars warm te maken voor andere oplossingen dan de auto, anderzijds worden milieuvriendelijke mobiliteitsvormen gestimuleerd. En dat zonder de bedrijven of werknemers op kosten te jagen. Klinkt interessant, maar wie mag het mobiliteitsbudget gebruiken?

Werkgever beslist

Eerst en vooral is het de werkgever die bepaalt of het mobiliteitsbudget binnen het bedrijf wordt geïntroduceerd. Het mobiliteitsbudget kan in het volledige bedrijf of alleen in bepaalde afdelingen van toepassing zijn. Het wordt op dezelfde manier ingevoerd als de bedrijfswagen. Dat kan dus via een collectieve arbeidsovereenkomst of een individuele overeenkomst, maar ook via een policy of een gebruik. De werkgever moet de invoering van het mobiliteitsbudget aan het personeel bekendmaken. Lees hier wat er zeker allemaal in deze overeenkomst moet staan.

Voor wie?

  • Pas wanneer het bedrijf beslist heeft om het mobiliteitsbudget aan te bieden, kan een werknemer er gebruik van maken door het schriftelijk (per brief of e-mail) aan te vragen bij de werkgever. Maar het blijft de werkgever die de knoop doorhakt. Hij is niet verplicht akkoord te gaan. De werkgever kan er ook voorwaarden aan koppelen, bijvoorbeeld dat het mobiliteitsbudget alleen bij het einde van een bestaand leasecontract mogelijk is.

  • Welke medewerkers aanspraak maken op het mobiliteitsbudget, is deels ook wettelijk bepaald. Elke werknemer die in zijn of haar functie recht heeft op een bedrijfswagen komt in aanmerking voor het mobiliteitsbudget. Let wel: bedrijfswagens die eigenlijk niet bij de functie voorzien zijn – de zogenaamde salary sacrifice gefinancierd door een volledige of gedeeltelijke vervanging van bestaande (loon)voordelen – vallen uit de boot.

  • Het mobiliteitsbudget kan ook in de publieke sector toegepast worden, zowel voor contractueel als statutair personeel. Zelfstandige bedrijfsleiders kunnen echter niet instappen in het systeem. Een werknemer die binnen dezelfde onderneming ook bedrijfsleider is, kan het mobiliteitsbudget alleen gebruiken wanneer hij als werknemer over een bedrijfswagen beschikt of ervoor in aanmerking komt.

  • De werknemer is overigens helemaal niet verplicht om in te gaan op het aanbod van het mobiliteitsbudget. Wie dat wil, kan ook gewoon met de huidige bedrijfswagen blijven rijden.

Hoe wordt het mobiliteitsbudget berekend?

De werkgever biedt het mobiliteitsbudget aan en de werknemer overweegt dit aanbod? Dan is het tijd om te laten berekenen welk budget er kan besteed worden. Dat hangt helemaal af van de kosten van de bedrijfswagen voor de werkgever. Het mobiliteitsbudget is even hoog als de totale jaarlijkse bruto kostprijs voor de werkgever van de financiering en het gebruik van de bedrijfswagen: de total cost of ownership (TCO). De TCO omvat niet alleen de maandelijkse lease- of huurprijs van de wagen, maar ook alle kosten voor brandstof, verzekeringen, de CO2-solidariteitsbijdrage, niet-aftrekbare btw, de vennootschapsbelasting op niet-aftrekbare autokosten enzovoort. Betaalt de werkgever normaliter ook de carwash of parking? Dan horen die ook bij het totale kostenplaatje. Wanneer de werkgever eigenaar is van de bedrijfswagen, wordt de financieringskost vervangen door een jaarlijkse afschrijving van 20 procent. Bij een functiewijziging kan het bedrag van het mobiliteitsbudget verhogen of verlagen.

Mobiliteitsbudget verspreid over 3 pijlers

Wanneer het bedrag van het mobiliteitsbudget berekend is, kunt u bekijken waaraan u dit kunt besteden. De wetgever heeft alle mogelijkheden verdeeld over drie zogenaamde pijlers: een ecologische bedrijfswagen, duurzame mobiliteitsvormen en geld. U bent niet verplicht alle pijlers te gebruiken en kunt ze vrij combineren, zolang uw werkgever dat mogelijk maakt.

Pijler 1: een ecologische bedrijfswagen

In de eerste pijler kan de werknemer zijn of haar bedrijfswagen inruilen voor een milieuvriendelijkere auto. De werkgever bepaalt welke wagens effectief in aanmerking komen, maar de wetgever heeft vastgelegd wat als ‘milieuvriendelijk’ beschouwd mag worden. Een volledig elektrische auto is sowieso goed. Een hybride moet minstens een batterijcapaciteit van 0,5 kWh per 100 kilogram ‘massa in rijklare toestand’ halen. Een auto met verbrandingsmotor moet voldoen aan de nieuwste Euro-norm en een maximale CO2-uitstoot: <95 g WLTP. Het spreekt voor zich dat de gekozen wagen minstens even goed moet scoren als de wagen die wordt ingeruild.

Pijler 2: duurzame mobiliteitsvormen

In de tweede pijler zitten duurzame mobiliteitsvormen, maar ook huisvestingskosten. Onder ‘zachte’ mobiliteit vallen onder meer een step, een fiets, een speed pedelec of een volledig elektrische motorfiets. Ook openbaar vervoer (abonnementen voor woon-werkverplaatsingen en vervoersbewijzen voor het hele gezin) kunt u zo financieren. Maar het gaat eveneens over deeloplossingen zoals verhuurwagens voor korte termijn of gemeenschappelijk vervoer zoals een kantoorbus of een carsharing systeem. Tot slot kunt u zelfs huisvestingskosten inbrengen als u (in vogelvlucht) binnen een straal van 10 kilometer van uw werk woont. Zo kunt u het huurgeld of de intresten van een hypothecaire lening financieren met het mobiliteitsbudget.

Pijler 3: geld

De derde pijler bestaat uit het restbedrag van het mobiliteitsbudget. Aan het einde van elk kalenderjaar wordt berekend hoeveel budget de werknemer nog over heeft, na aftrek van alle bestedingen in de eerste en tweede pijler.

Wat zijn de fiscale gevolgen?

Ook belangrijk om te weten: hoe wordt het mobiliteitsbudget belast? Een milieuvriendelijke bedrijfswagen uit de eerste pijler krijgt dezelfde fiscale behandeling als een klassieke bedrijfswagen. Het budget dat u besteedt aan mobiliteitsoplossingen uit de tweede pijler, is vrijgesteld van fiscale en sociale bijdragen. Op het bedrag dat overblijft in de derde pijler is wel een bijzondere werknemersbijdrage van 38,07 procent verschuldigd. Wat overblijft, krijgt de werknemer uitbetaald.

Mobiliteitsbudget versus mobiliteitsvergoeding: wat is het verschil?

Tot slot schenken we nog even aandacht aan de mobiliteitsvergoeding, het ‘kleine broertje’ van het mobiliteitsbudget. De mobiliteitsvergoeding of cash for car bestaat al sinds vorig jaar, maar werd samen met de introductie van het mobiliteitsbudget recent nog wat bijgeschaafd. Bij de mobiliteitsvergoeding ruilt de werknemer zijn of haar bedrijfswagen in voor een cash bedrag. De mobiliteitsvergoeding is dus alleen interessant voor wie zijn bedrijfswagen helemaal niet meer nodig heeft en zelf wil instaan voor alternatief vervoer. In alle andere gevallen biedt het mobiliteitsbudget veel meer mogelijkheden.

whitepapermobiliteitsbudget
Download de whitepaper


 

Geslacht
Opt-in nieuwsbrief
Ik geef hierbij toestemming dat Alphabet Belgium mijn contactgegevens verzamelt en opslaat, bijvoorbeeld naam, e-mailadres en telefoonnummer, om contact met mij over Alphabet's aangeboden mobiliteitsdiensten te kunnen opnemen. Mijn gegevens zullen niet voor andere doeleinden worden gebruikt en evenmin worden gedeeld met derden, tenzij expliciet door mijn toestemming. Mijn gegevens worden bewaard zolang het nodig is om mijn contactverzoek te vervullen. Raadpleeg onze privacyverklaring voor meer informatie over de gegevensverwerkingsactiviteiten van Alphabet Belgium.
Volg ons op