Verder naar hoofd artikel

Mobiliteitsvergoeding: wat is het verschil met mobiliteitsbudget en hoe berekent u dit?

Mobiliteitsvergoeding: wat is het verschil met mobiliteitsbudget en hoe berekent u dit?

‘Mobiliteitsbudget’ en ‘mobiliteitsvergoeding’ worden weleens door elkaar gebruikt, maar betekenen zeker niet hetzelfde. Een werknemer die kiest voor de mobiliteitsvergoeding – ook bekend als cash for car – doet volledig afstand van zijn bedrijfswagen in ruil voor een som geld. Is deze mobiliteitsvergoeding een interessante oplossing?

Terwijl een werknemer bij het mobiliteitsbudget onder meer kan kiezen voor een milieuvriendelijke bedrijfswagen in plaats van zijn huidige wagen (de zogenaamde eerste pijler), komt er bij de mobiliteitsvergoeding geen bedrijfswagen meer aan te pas. De werknemer ruilt zijn vierwieler in voor een (fiscaal interessant) cashbedrag en moet dan natuurlijk wel zelf instaan voor zijn vervoer, bijvoorbeeld door met de fiets te komen of privé een wagen te leasen of kopen. Het maakt overigens niet uit welk type bedrijfswagen u omruilt, maar hij moet wel bedoeld zijn voor woon-werkverkeer en privéverplaatsingen.

Mobiliteitsvergoeding: voor wie?

Niet iedereen komt zomaar in aanmerking voor de mobiliteitsvergoeding. Initieel moest u als werknemer in de laatste drie jaar minstens twaalf maanden een bedrijfswagen gehad hebben. En die wagen moest in de drie maanden voor de aanvraag van de mobiliteitsvergoeding onafgebroken ter beschikking gestaan hebben. De wetgever heeft het toepassingsgebied echter uitgebreid, waardoor ook werknemers die al lang genoeg in aanmerking komen voor een bedrijfswagen van de mobiliteitsvergoeding kunnen genieten. Een nieuwe werknemer kan meteen een mobiliteitsvergoeding ontvangen als hij of zij volgens de car policy aanspraak maakt op een bedrijfswagen.

Werkgever beslist

De werkgever bepaalt of de mobiliteitsvergoeding aangeboden wordt en zo ja en in welke afdeling(en) of functie(s). Wilt u als fleetmanager of werkgever de mobiliteitsvergoeding mogelijk maken? Dat kan door ze op te nemen in uw car policy, individuele overeenkomsten of collectieve arbeidsovereenkomst. De procedure is relatief eenvoudig: de werknemer dient een schriftelijke aanvraag in en de werkgever aanvaardt deze aanvraag ook schriftelijk. Het akkoord maakt dan deel uit van de arbeidsovereenkomst.

Hoeveel krijgt de werknemer?

Het bedrag van de mobiliteitsvergoeding wordt berekend met een formule afhankelijk van de cataloguswaarde van de bedrijfswagen. Dat is de catalogusprijs van de wagen in nieuwe staat bij verkoop aan een particulier, inclusief opties, accessoires en btw maar exclusief kortingen. Betaalde de werknemer zelf al een stukje extra (om met een duurder model te kunnen rijden), dan wordt dit wel afgetrokken van de cataloguswaarde. De mobiliteitsvergoeding bedraagt 20 procent van 6/7 van de cataloguswaarde als de werknemer geen tankkaart had en 24 procent van 6/7 als er wel een tankkaart bij de bedrijfswagen hoorde. De hoogte van de mobiliteitsvergoeding kan na verloop van tijd evolueren. Het bedrag daalt of stijgt namelijk bij een functieverandering die recht geeft op een lager of hoger bedrijfswagenbudget. Het brutobedrag van de mobiliteitsvergoeding wordt wel nog belast.

Mobililteitsbudget vs mobiliteitsvergoeding: niet combineren

We schreven het al: ‘mobiliteitsbudget’ en ‘mobiliteitsvergoeding’ zijn geen synoniemen. Het is ook belangrijk om te weten dat een werknemer ze nooit kan combineren. Een overstap van een mobiliteitsbudget naar een mobiliteitsvergoeding (of het omgekeerde) is wel mogelijk, maar een werknemer kan de twee systemen nooit tegelijk gebruiken. Het is het ene of het andere.